Twee dagen na de Japanse capitulatie roept de nationalist Soekarno samen met zijn rechterhand Hatta op 17 augustus 1945 de onafhankelijke Republiek Indonesia uit. De Nederlanders weigeren dat te accepteren. Een pijnlijk dekolonisatieproces volgt met als sluitstuk de soevereiniteitsoverdracht.
De Nederlandse regering is na de bevrijding in 1945 niet in staat haar gezag in Nederlands-Indië te herstellen. De nationalisten die de onafhankelijkheid van Indonesië nastreven maken gebruik van dit vacuüm. De onderhandelingen tussen de Nederlanders en de nationalisten lopen op niets uit. In 1947 voeren Nederlandse troepen de eerste politionele actie in Indonesië uit om hen tot meer inschikkelijkheid te dwingen. Na de tweede politionele actie in 1948 vinden onder grote internationale druk nieuwe onderhandelingen plaats die leiden tot de soevereiniteitsoverdracht in 1949.
Nieuw-Guinea wordt pas in 1962 overgedragen aan de Verenigde Naties en even later toegevoegd aan het Indonesisch grondgebied.
Lees de exacte formulering op deze pagina met de handtekeningen: de overdracht aan de Verenigde Staten van Indonesië en niet, conform de ideeën van de Indonesiërs zelf, aan de Republik Indonesia. Op papier lijkt het een klein verschil, maar voor de rest van de verhoudingen tussen Nederland en Indonesië heeft het grote gevolgen. Waarom?
Onderstaande gegevens zijn nodig om het archiefstuk op te vragen in het Nationaal Archief. Daarmee is het altijd terug te vinden.
NL-HaNA, KdK, 1946-1975, 2.02.20, inv.nr. 13684