Bij het voorstel van wet tot invoering van een algemeen stelsel van indirecte belastingen over de geheele uitgestrektheid van het Rijk, bevindt zich een gedrukte memorie van Gijsbert Karel van Hogendorp, d.d. 17 April 1816, waarop Van Maanen eigenhandig schreef: ,,Dit merkwaardige en in veel opzigten zonderlinge stuk is zeer moeijelijk te verkrijgen geweest".
Bij het voorstel van wet, regelende de helft der rechten op den in-, uit- en doorvoer, bevinden zich eenige verhandelingen aan van Maanen toegezonden.
De memorie van Van Hogendorp is overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 444.
De toegezonden verhandelingen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 445.
Bij de staatsbegrooting voor 1817 ligt een aanteekening betreffende de beantwoording van de door de afdeelingen der Kamer gestelde vrager door den Minister van Justitie, welke niet letterlijk overeenstemt met die, welke is opgenomen in: J.J.F. Noordziek. Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
De aantekening is overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 446.
Niet raadpleegbaar
Niet raadpleegbaar
Bij het voorstel van wet betreffende bepalingen tot straffing dergenen, die de desertie bevorderen, bevindt zich een omslag met aanteekeningen, gedeeltelijk eigenhandig van Van Maanen.
Bij de staatsbegrooting voor 1818 bevinden zich eigenhandig door Van Maanen geschreven aanteekeningen omtrent het voorgevallene in de Eerste Kamer, benevens een afschrift (of ontwerp?) van de beantwoording van de door de afdeelingen der Kamer gestelde vragen, door den Minister van Justitie 1. 1) Zie J.J.F. Noordziek, Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Bij het voorstel van wet tot intrekking der wet van 10 April en het besluit van 20 April 1815, ten aanzien der vaststelling van rechtspleging van de aldaar vermelde misdrijven bevinden zich eigenhandig door Van Maanen geschreven aanteekeningen en ontwerp-antwoorden op de door de afdeelingen der Kamer gestelde vragen 1). 1) Zie J.J.F. Noordziek, Verslag der Handelingen van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
Bij het voorstel van wet tegen het misbruik der drukpers ten aanzien van vreemde mogendheden en derzelver gezanten bevindt zich een ongeteekend schrijven aan Van Maanen, met verzoek, de verdediging van het ontwerp in het Fransch uit te spreken.
Bij het voorstel van wet op de uitoefening en het recht van de jacht werden op het verslag van de Centrale sectie eigenhandig door Van Maanen kantteekeningen geplaatst.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 447-450.
Bij het voorstel van wet voor de staatsbegrooting voor 1819 bevinden zich eigenhandige aanteekeningen, door Van Maanen gemaakt tijdens de beraadslaging en stemming in de Tweede Kamer.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 451.
Bij het eerste voorstel van wet voor de éénjarige staatsbegrooting voor 1820 en de tienjarige voor 1820-1829 bevinden zich eigenhandige aanteekeningen van Van Maanen, naar aanleiding van de opmerkingen van de Tweede Kamer.
Bij het tweede voorstel bevinden zich dergelijke aanteekeningen en voorts aanteekeningen, gemaakt tijdens de openbare beraadslaging.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 452-453.
Bij het voorstel van wet op de consignatie van gelden, voor afwezigen ontvangen, bevindt zich een ontwerp voor de beantwoording van de aanmerkingen van de Tweede Kamer, waarop Van Maanen aanteekeningen maakte.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 455-456.
Van de dossiers, vermeld sub d, zijn die betreffende het Burgerlijk Wetboek door Van Maanen verzameld in één portefeuille, voorzien van het opschrift: alleen betrekkelijk tot "hetgeen over het Burgerlijk Wetboek in die zitting is gehandeld".
Bij de stukken, behoorende tot het voorstel van wet tot wering van den slavenhandel, bevindt zich een kennisgeving van den voorzitter van de Tweede Kamer aan Van Maanen van den aanvang der beraadslagingen over dit wetsvoorstel, waarop Van Maanen later eenige aanteekeningen betreffende dit voorstel maakte.
De kennisgeving is overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 456.
Bij de stukken, behoorende tot het voorstel van wet op de onteigening ten algemeenen nutte, bevindt zich een eigenhandige nota van Van Maanen, luidende: "Hier uitgenomen de stukken van 1825 betreffende de onteigening ten algemeenen nutte", welke stukken dus blijkbaar later weer zijn bijgevoegd. Van de dossiers sub d (58) bevinden zich die betreffende het Wetboek van Koophandel in een afzonderlijke portefeuille, door Van Maanen voorzien van het opschrift: "bevat alleen alles, wat tot het Wetboek van Koophandel betrekkelijk is".
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 457.
De stukken behoorende tot het voorstel van wet tot afschaffing van de wet van 10 April 1825 (Stbl. no. 32) enz., zijn door Van Maanen genummerd, die, behoorende tot het voorstel van wet op de zamenstelling der regterlijke magt en op het beleid der justitie, zijn door hem van letters voorzien.
De dossiers, sub b (71) genoemd, bevinden zich in een portefeuille, door Van Maanen voorzien van het opschrift: "Gedrukte Staatsstukken betreffende de begrooting van 1829 en de tienjarige begrooting".
Bij het wetsvoorstel tot beteugeling van hoon en laster bevindt zich een aanteekening van Van Maanen.
Bij dat op de klassificatie van kantongerechten en arrondissementsrechtbanken bevindt zich een bundel aanteekeningen, betrekking hebbende op de behandeling in de Tweede Kamer, met een brief van den afgevaardigde F. Frets en een overzicht van den Minister voor zijn antwoord, benevens een brief van den griffier van de Eerste Kamer met toezending van het verslag (in het Fransch) van de Centrale afdeeling van deze Kamer.
De dossiers, sub b (76) genoemd, bevinden zich in een portefeuille, door Van Maanen voorzien van het opschrift: "10-jarige en éénjarige begrooting en belastingwetten".
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 458.
Omslag, door Van Maanen voorzien van het opschrift: "Staatsstukken buitengewone zitting van 1830".
Bij de beide voorstellen van wet, houdende maatregelen tegen woelingen enz., bevinden zich aanteekeningen van Van Maanen over de openbare behandeling in de Tweede en Eerste Kamer; bij het laatste bovendien nog een notitie van Van Maanen, vermoedelijk ten behoeve van zijn antwoord. Eenige der stukken, behoorende tot de voorstellen van wet voor de staatsbegrooting, voor 1831 en op de vrijwillige geldlening, zijn door Van Maanen van kant- en aanteekeningen voorzien.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 459-460.
Bij het voorstel van wet tot verlenging van den geldigheidsduur van de artt. 1-3 van de wet, houdende maatregelen tegen woelingen enz., van 3 November 1830 (Stbl. nr. 75) bevinden zich aanteekeningen betreffende de openbare behandeling en gegevens voor het antwoord van den Minister. Verschillende dossiers van de voorstellen van wet voor de staatsbegrooting en van de daarmede samenhangende financieele wetten zijn door Van Maanen van opschriften voorzien.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 461.
Bij de stukken, behoorende tot het voorstel van wet tot verlenging van den geldigheidsduur van de artt. 1-3 van de wet, houdende maatregelen tegen woelingen enz., van 3 November 1830 (Stbl. nr. 75), bevindt zich een blad met aanteekeningen betreffende de behandeling van dat wetsvoorstel.
Op de Koninklijke boodschap bij het voorstel van wet tot herziening van het IIIde Boek van het Burgerlijk Wetboek bevindt zich een aanteekening "Minister".
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 462.
Bij het voorstel van wet tot herziening der eerste zes titels van het Wetboek van Koophandel bevindt zich een geschrift van mr. J.H. van Reenen: Wetenschappelijk verslag van de wettelijke bepalingen en van de voorgestelde wijzigingen in den derden titel van het Wetboek van Koophandel.
Het geschrift is overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 463.
Bij de stukken over het voorstel van wet tot verlenging van de geldigheidsduur van de artt. 1-3 van de wet, houdende maatregelen tegen woelingen enz., van 3 November 1830 (Stbl. nr. 75) bevinden zich aanteekeningen van Van Maanen betreffende de openbare behandeling in de Tweede Kamer.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 464.
Bij de stukken, behoorende tot het voorstel van wet ter bevordering der belangen van den landbouw, bevindt zich een brief gericht aan den Minister van Justitie. Het verslag van de centrale afdeeling over het voorstel van wet tot verlenging van den geldigheidsduur van de artt. 1-3 van de wet, houdende maatregelen tegen woelingen enz., van 3 November 1830 (Stbl. nr. 75) is voorzien van een eigenhandige kantteekening van Van Maanen. Verschillende der stukken, behoorende tot het voorstel van wet, houdende strafbepaling op de misdaden van valsche munt en muntschennis, zijn door Van Maanen van eigenhandige kantteekeningen voorzien, terwijl zich voorts daarbij aanteekeningen bevinden betreffende de openbare behandeling in de Tweede en Eerste Kamer enz.
De brief en aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 465-466.
De dossiers sub e en f (129 en 130) bevinden zich met de dossiers Grondwetsherziening 1840 (zie nr. 131) in één portefeuille, door Van Maanen gemerkt: Begrooting. Veranderingen in de "Grondwet en dubbele 2e Kamer". De processen-verbaal van de afdeelingen en het verslag van de Centrale afdeeling over het voorstel van wet over den duur van de verantwoordelijkheid der hypotheekbewaarders zijn eigenhandig door Van Maanen van kantteekeningen voorzien, terwijl zich overigens bij de stukken, tot dat wetsvoorstel behoorende, een nota bevindt, vermoedelijk gediend hebbende voor de door Van Maanen uitgesproken redevoering bij de openbare behandeling, welke nota tevens voorzien is van aanteekeningen betreffende de behandeling op 24 December 1839.
De nota met aantekeningen is overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 467.
In een omslag met opschrift van Van Maanen:
"Stukken betreffende de beraadslagingen der buitengewone vergadering der Staten-Generaal van Augustus en September 1840 over veranderingen in de Grondwet: - de Tweede Kamer in dubbel getal".
Het omslag is ingevoegd in 2.21.114, inv.nr. 213.
De dossiers sub. d en e zijn door Van Maanen van een desbetreffende aanteekening voorzien. Het verslag van de Centrale afdeeling over het voorstel van wet op de consignatie van effecten aan toonder enz. is door hem van vele kantteekeningen voorzien. De stukken, behoorende toe het voorstel van wet op de rechtsmacht van de hoogheemraadschappen, dijk- en polderbesturen, zijn door hem genummerd.
Bij de stukken, behoorende tot de voorstellen van wet voor de éénjaarlijksche staatsbegrooting voor 1841 en voor de tweejaarlijksche voor 1842 en 1843, bevinden zich eigenhandige aanteekeningen, door hem gemaakt tijdens de openbare beraadslaging, en ook tijdens het vooronderzoek, en voorts nog een opstel van de redevoering, door hem gehouden bij de behandeling van het hoofdstuk justitie op 8 October 1841.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 468-471.
De dossiers sub d bevinden zich in een portefeuille, door Van Maanen eigenhandig gemerkt: "Financiën".
Het gewijzigde voorstel van wet voor de belasting op de bezittingen enz., is door Van Maanen met potlood en inkt van vele kantteekeningen voorzien.
De aantekeningen zijn overgebracht naar 2.21.114, inv.nr. 472.
De dossiers onder a zijn verpakt in een portefeuille, door Van Maanen gemerkt "afgedaan", die onder c en d zijn op enkele uitzonderingen na, elk voor zich, door Van Maanen gemerkt: "verworpen", "ingetrokken", of "onafgedaan gebleven in deze zitting".
Mr. C.F. van Maanen overleed op 14 Februari 1846. De dossiers onder a en b voorzag hij op enkele uitzonderingen na alle van een aanteekening: "aangenomen", dat onder b ten onrechte, aangezien het volgens de Handelingen verworpen is. De dossiers onder d zijn, naar gelang de wetsvoorstellen korter vóór 14 Februari 1846 bij de Tweede Kamer inkwamen, onvollediger.