- Wet van 18 juni 1953 (wijziging van de artikelen 2, 19, 25 en 30 inzake ploegenarbeid voor vrouwen en jeugdige personen in de industrie), 1951-1953.
- Wetsontwerp inzake bedrijfsarbeid door 14-jarige jongens en door 15-jarige jongens en meisjes, 1955-1958.
- Wet van 6 augustus 1954 (verbod van bedrijfsarbeid voor 14-jarige meisjes), 1949-1954.
- Wet van 25 april 1951, inzake de mogelijkheid van parate executie, 1948-1951.
- Commissie ter bestudering van de wenselijkheid om aan de Districtshoofden van de Arbeidsinspectie een recht van parate executie te verlenen, 1948.
- Wetsontwerp tot regeling van de toepassing van de loonadministratie als controlemiddel op de naleving van de Arbeidswet 1919, 1948-1949.
- Koninklijk Besluit van 14 juli 1949, Stbl. J 324 tot nadere wijziging van het Arbeidsbesluit 1920, Stbl. 694 (verbod voor vrouwen en jeugdige personen om te werken in een ruimte waar een acetyleentoestel aanwezig is), 1949.
- Koninklijk Besluit van 30 augustus 1957 tot wijziging van het Arbeidsbesluit 1920 (wijziging ten behoeve van invoering in de landbouw), 1955-1957.
- Koninklijk Besluit van 27 september 1957, no 17 tot vaststelling van het tijdstip waarop het Koninklijk Besluit van 30 augustus tot wijziging van het Arbeidsbesluit 1920 in werking treedt, 1957.
- Koninklijk Besluit van 11 augustus 1954 houdende regeling van de werktijden in pakhuizen (Werktijdenbesluit voor pakhuizen), 1951-1954.
- Koninklijk Besluit van 11 februari 1958 houdende regeling van de arbeidstijden en rusttijden voor personeel in bad- en zweminrichtingen (Werktijdenbesluit voor bad- en zweminrichtingen), 1956-1958.
- Koninklijk Besluit van 30 januari 1958, houdende regeling van de arbeids- en rusttijden van bioscooppersoneel (Werktijdenbesluit voor bioscopen), in werking getreden bij Koninklijk Besluit van 25 april 1958 tot vaststelling van het tijdstip waarop de artikelen 14 en 16-21 der Arbeidswet 1919 in werking treden met betrekking tot arbeid in bioscopen en bad- en zweminrichtingen, 1956-1958.
- Koninklijk Besluit van 25 juni 1949 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 (continu-arbeid bij het vullen en bedienen van automatische ovens in cementfabrieken), 1949.
- Koninklijk Besluit van 29 oktober 1953 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 (nachtarbeid van vrouwen en jeugdige personen), 1953.
- Koninklijk Besluit van 19 november 1958 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 (bewakingspersoneel), 1958.
- Koninklijk Besluit van 21 juni 1957 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 (verbod ploegenarbeid voor jeugdige personen), 1954-1957.
- Voorontwerpen voor het Werktijdenbesluit laboratoria, 1956.
- Koninklijk Besluit van 29 november 1952 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor winkels 1932, 1952-1953.
- Koninklijk Besluit van 15 maart 1952 tot nadere wijziging van het Werktijdenbesluit voor kantoren 1937 (wijziging loongrens), 1950-1951.
- Wijziging van het Werktijdenbesluit voor kantoren 1937, 1951-1959.
- Notulen van de vergaderingen van de door de Stichting van de Arbeid ingestelde commissie ter behandeling van het voorontwerp, 1947.
- Koninklijk Besluit van 13 juli 1953 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949, met verbetering, (wekelijkse rusttijd), 1951-1954.
- Koninklijk Besluit van 3 juni 1957 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949 (invoering 48-urige werkweek), 1955-1957.
- Koninklijk Besluit van 21 november 1958 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949 (verdeling van vrije zondagen over het jaar), 1957-1958.
- Koninklijk Besluit van 20 december 1946 tot nadere wijziging van het Verplegingsbesluit 1928 (arbeidstijd verplegend personeel), 1938-1946.
- Koninklijk Besluit van 1 augustus 1953 tot nadere wijziging van het Verplegingsbesluit 1928 (arbeidstijd verplegend personeel), 1950-1953.
- Koninklijk Besluit van 1 juni 1957 tot hernieuwde vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in de artikelen 65, 68, elfde lid en 91 der Arbeidswet 1919 (Verplegingsbesluit 1957), 1957.
- Koninklijk Besluit van 24 mei 1956 tot vaststelling van het tijdstip waarop de wet van 19 januari tot nadere wijziging van de Arbeidswet 1919 in werking treedt, aismede tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in de artikelen 70, 2e lid en 92 bis van de Arbeidswet 1919 (arbeidskaarten in de landbouw), 1956-1958.
- Koninklijk Besluit van 28 november 1949 tot nadere wijziging van het Koninklijk Besluit van 23 augustus 1920, Stbl. no 720, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 77, vierde lid van de Arbeidswet 1919, 1949.
- Koninklijk Besluit van 15 oktober 1949, houdende wijziging van het Koninklijk Besluit van 4 oktober 1920, Stbl. no 773, tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld bij artikel 82 van de Arbeidswet 1919 (aangifte beroepsziekten), 1949.
- Koninklijk Besluit van 24 juli 1946 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor kantoren 1937 en van het Rusttijdbesluit voor volwassen koffiehuis- en hotelpersoneel 1937 (wijziging loongrens), 1946.
- Koninklijk Besluit van 18 juli 1958 tot verhoging van de loongrens in het Werktijdenbesluit voor kantoren 1937, het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949, het Werktijdenbesluit voor pakhuizen, het Werktijdenbesluit voor bioscopen en het Werktijdenbesluit voor bad- en zweminrichtingen, 1957-1958.
- Koninklijk Besluit van 18 december 1953 tot nadere wijziging van het Werktijdenbesluit voor kantoren 1937 en van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949 (wijziging loongrens), 1953.
- Koninklijk besluit van 18 december 1953 tot nadere wijziging van het Werktijdenbesluit voor kantoren 1937 en van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949 (wijziging loongrens), met overdrukken van de wijzigingen van 1955 en 1958, 1954-1959.
- Koninklijk Besluit van 21 januari 1955 tot verhoging van de loongrens in het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949 en het Werktijdenbesluit voor pakhuizen, 1954-1955.
- Diverse algemene maatregelen van bestuur, als bedoeld in artikel 92 van de Arbeidswet 1919 (landbouwarbeid door jeugdigen), 1954-1960. 1 omslag.
- Besluit van 18 januari 1943 tot wijziging van het Arbeidsbesluit 1920 (vullen van drukvaten met gas onder druk), 1942-1943.
- Besluit van 25 augustus 1943 tot verlenging en wijziging van de arbeidstijd, aismede van vervallenverklaring van dat besluit, 1942-1946.
- Besluit van 25 augustus 1943 tot ontheffing van het bepaalde in de artikelen 60 en 61 van de Arbeidswet 1919 (arbeid van jeugdige personen in koffiehuizen en hotels), 1943.
- Besluit van 11 oktober 1943 inzake een vrije middag voor huispersoneel, aismede correspondentie inzake de uitvoering van dat besluit, 1943-1952.
- Ministeriële beschikking waarbij Districtshoofden van de Arbeidsinspectie gemachtigd worden om namens hem vrijstellingen te verlenen ex artikel 72 van het Arbeidsbesluit 1920, 1949 november 26.
- Beschikking van de Staatssecretaris van 7 december 1954, houdende vaststelling van de modellen van formulieren in verband met overwerk, 1954.
- Ministeriële beschikking van 5 september 1949, houdende de vaststelling van modellen voor mededelingen als bedoeld in het tweede lid van artikel 14 van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949, aismede wijziging bij beschikking van 18 december 1957, 1949, 1957.
- Ministeriële beschikking waarbij de Nederlandsche Bioscoopbond erkend wordt als instelling tot opleiding van filmoperateurs, ex artikel 8, 1e lid van het Werktijdenbesluit voor Bioscopen, 1958.
- Ministeriële beschikking van 9 november 1951, houdende wijziging van artikel 85, eerste lid, onder b van de Arbeidswet 1919, inzake het recht van toegang tot bedrijven en instellingen, stencil, 1951 november 9.
- Beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken tot uitvoering van artikel 85 van de Arbeidswet 1919, inzake het recht van toegang tot bedrijven en instellingen, 1951-1952.
- Ministeriële beschikking van 25 april 1947, waarbij de Districtshoofden van de Inspectie van de Havenarbeid gemachtigd worden om vrijstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 1, eerste lid van het Koninklijk Besluit van 16 november 1946, Stbl. G 322 (arbeid aan boord van vissersschepen door niet-leerplichtige jongens boven 14 jaar), aismede correspondentie betreffende de uitvoering, 1947-1960.
- Afwijzing van verzoeken om vergunning voor vrijwillig overwerk in enkele bijzondere gevallen, 1942, 1950, 1951.
- Beantwoording van Kamervragen inzake de verlening van overwerkvergunningen, 1955-1959.
- Correspondentie betreffende onderzoek naar de mogelijkheid van verkorting van de arbeidstijd in de veehouderij, 1956-1958.
- Correspondentie betreffende een ontwerpverordening voor arbeidsen rusttijden in de bosbouw, 1955-1959.
- Toepassing van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 op enkele continu- en semi-continubedrijven, 1945-1947.
- Totstandkoming van een ministeriële beschikking ex artikel 44, 2e lid van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936 tot goedkeuring van de werktijdenregeling van het personeel werkzaam in de continudienst bij de Machinedienst van het Pompstation Haarlemmerweg van het Bedrijf der Gemeentewaterleidingen te Amsterdam, 1958.
- Arbeidstijden en verdere arbeidsomstandigheden van bewakingspersoneel, leidende tot totstandkoming van het Koninklijk Besluit van 19 november 1958, Stbl. 542 tot wijziging van het Werktijdenbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1936, 1953-1959.
- Algemene overwerkvergunningen in verband met bijzondere omstandigheden,
- Nationale ramp, 1953;
- Vluchtelingenhulp, 1954;
- Nationaal Fonds Comité Hulpverlening Hongarije, 1956.
- Correspondentie met de Vakgroep "Steen- en Offsetdruk" van de Bedrijfsgroep "Grafische Industrie" inzake een verzoek om invoering van een langere arbeidstijd en tewerkstelling van buitenlandse arbeidskrachten in de bedrijven, 1946.
- Afwijzing van een verzoek tot afwijking van het bepaalde in de artikelen 60 en 61 van de Arbeidswet 1919 inzake het verbod van arbeid van personen beneden 18 jaar in koffiehuizen en hotels, 1943.
- Commissie Regeling Werk- en Rusttijden van Koffiehuispersoneel, en de regeling van moeilijkheden bij de toepassing van het Werktijdenbesluit voor koffiehuis- en hotelpersoneel 1949, 1950-1951, 1963.
- Koninklijk Besluit van 12 mei 1947, 1946-1947.
- Koninklijk Besluit van 19 oktober 1950, 1948-1950.
- Koninklijk Besluit van 1 juli 1957, 1954-1957.
- Koninklijk Besluit van 9 januari 1950, Stbl. K 6 tot nadere wijziging van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938, Stbl. 872 (inzake veiligheidsvoorschriften voor het bouwbedrijf), 1948-1950 en van het Koninklijk Besluit van 3 augustus 1950, Stbl. K 337 tot nadere wijziging van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938, Stbl. 872 (inzake voorschriften ter voorkoming van brand), 1949-1950.
- Wijziging van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938 en van het Ketenbesluit 1924 naar aanleiding van arbeidstoestanden op Schouwen-Duiveland, 1955-1956.
- Voorontwerpen tot wijziging van het Veiligheidsbesluit voor fabrieken of werkplaatsen 1938, 1958-1959.
- Koninklijk Besluit van 26 augustus 1957, Stbl. 384 tot wijziging van het Electrotechnische Veiligheidsbesluit 1938 (het van toepassing brengen van hel Electrotechnisch Veiligheidsbesluit op de landbouw), 1955-1957.
- Voorontwerp van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 9 der Veiligheidswet 1934 (Veiligheidsbesluit buiten fabrieken of werkplaatsen) inzake maatregelen met betrekking tot de veiligheid van liften, 1935-1942.
- Koninklijke Besluiten inzake de inwerkingtreding van gewijzigde artikelen van de Veiligheidswet 1934, aismede de inwerkingtreding van een wijziging van het Electrotechnisch Veiligheidsbesluit, 1948-1958.
- Koninklijk Besluit van 25 maart 1950, Stbl. K 107 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 11 der Veiligheidswet 1934 (Landbouwveiligheidsbesluit), 1942-1950.
- Koninklijk besluit van 20 maart 1956, Stbl. no 143 tot wijziging van het Landbouwveiligheidsbesluit, 1955-1956.
- Koninklijk Besluit van 13 januari 1959, Stbl. no 6 tot wijziging van het Landbouwveiligheidsbesluit (inzake landbouwtrekkers), 1957-1959.
- Instelling en verslagen van de vergaderingen van de Commissie van advies inzake een voorontwerp Landbouwveiligheidsbesluit, 1945-1948.
- Koninklijk Besluit van 25 juni 1949, Stbl. no J 290 tot nadere wijziging van het Veiligheidsbesluit gevaarlijke werktuigen, Stbl. 1940, no 842, 1949.
- Koninklijk Besluit van 8 november 1949, no 30, Stbl. j 499 tot nadere wijziging van het Veiligheidsbesluit gevaarlijke werktuigen, Stbl. 1940, no 842, 1949.
- Koninklijk besluit van 20 maart 1957, Stbl. no 116 tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in de artikelen 7, 9, 11, 12 en 21 van de Veiligheidswet 1934 (Veiligheidsbesluit Ioniserende Stralen), 1954-1957.
- Koninklijk Besluit van 28 december 1957, Stbl. no 587 tot vaststelling van het tijdstip waarop de artikelen 9 en 12 der Veiligheidswet 1934 in werking treden met betrekking tot arbeid, waarop het Veiligheidsbesluit ioniserende stralen van toepassing is, aismede tot inwerkingtreding van genoemd besluit, 1957.
- Koninklijk Besluit van 19 oktober 1945, no 49, Stbl. no F 237 tot vaststelling van maatregelen ter voorkoming van gevaar, voortvloeiende uit het voor andere doeleinden bezigen van drukvaten, welke als motorgasdrukvat dienst hebben gedaan, 1944-1945.
- Ontwerp-Koninklijk Besluit tot vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Stuwadoorswet ("Definitiebesluit Stuwadoorswet" en daaruit voortvloeiende besluiten, met retro-acta 1944, 1946-1949.
- Koninklijk Besluit van 21 november 1950, Stbl. K 519 tot hernieuwde vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, als bedoeld in de artikelen 12 en 30 van de Stuwadoorswet ("Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet"), 1945-1950.
- Koninklijk Besluit van 2 maart 1953, no 26, Stbl. no 95 tot wijziging van het Werktijdenbesluit Stuwadoorswet en van het Koninklijk Besluit van 2 maart 1953, no 25, tot uitbreiding van het begrip "stuwadoorsarbeid" in de Stuwadoorswet ("Definitiebesluit- Stuwadoorswet"), 1950-1953.
- Vaststelling van het model van het register, bedoeld in artikel 3, 1e lid onder c van de Stuwadoorswet, 1946.
- Beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken van 12 maart 1958, ex artikel 9, 6e lid van de Stuwadoorswet, waarbij toestemming gegeven wordt om continu-arbeid te verrichten in de havenbedrijven te Rotterdam, 1958.
- Ministeriële beschikkingen waarbij personen worden aangewezen bij wie beroepen kunnen worden ingediend tegen eisen krachtens het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951-1959.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van de opgave en de lijst bedoeld in het Controlebesluit Stuwadoorswet, 1953.
- Ministeriële beschikking waarbij districtshoofden van de Arbeidsinspectie gemachtigd worden om vrijstellingen te verlenen van het bepaalde in artikel 15, 1e lid onder c van het Veiligheidsbesluit-Stuawdoorswet (bedienen van meer dan één hijswerktuig door één persoon), 1946.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van de modellen van certificaten als bedoeld in artikel 18, 2e lid onder a van het Veilig-heidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951 -9-1.
- Ministeriële beschikkingen van 6 december 1951 en 23 december 1959, houdende vaststelling van de modellen van registers en certificaten overeenkomstig het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1953, 1959.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de beproeving van het laad- en losgerei in zijn geheel, als bedoeld in artikel 19, onder a van het Veiligheids-besluit-Stuwadoorswet, 1951-9-21.
- Ministeriële beschikking van 6 december 1951, houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de beproeving van het kettingwerk, als bedoeld in de artikelen 19 onder b, 21 onder b en 22 onder a van het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951.
- Certificaat van beproeving van blokken en spanschroeven, behorend bij de Ministeriële beschikking van 6 december 1951.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de vereiste warmtebehandeling van het kettingwerk, als bedoeld in de artikelen 19 onder d, 21 onder d en 22 onder b van het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951-12-6.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de deugdelijkheid van staaldraadkabels, als bedoeld in de artikelen 19 onder e en 21 onder e van het Veilig-heidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951 -12-6.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de deugdelijkheid van touwwerk, als bedoeld in de artikelen 19 onder e en 21 onder e van het Veiligheids-besluit-Stuwadoorswet, 1951 -12-6.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de deugdelijkheid van masten, als bedoeld in artikel 19 onder f van het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951-12-6.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de deugdelijkheid van laadbomen, als bedoeld in artikel 19 onder f van het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951-12-6.
- Ministeriële beschikkingen van 13 juni 1952 en van 27 oktober 1954, houdende vaststelling van het model van het certificaat betreffende de beproeving van hefwerktuigen in hun geheel, als bedoeld in artikel 21 van het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, respectievelijk wijziging van deze beschikking, 1952, 1954.
- Ministeriële beschikking houdende vaststelling van het model van het register voor kettingwerk, als bedoeld in artikel 22 van het Veiligheidsbesluit-Stuwadoorswet, 1951-12-6.
- Beschikking van de Staatssecretaris van Sociale Zaken (Arbeid), houdende aanwijzing van geldige eenheidsdiploma's als E.H.B.O.-diploma, 1951.
- Koninklijk besluit van 5 oktober 1951, Stbl. no 443 (Zandsteenbesluit), 1950-1951.
- Koninklijk Besluit van 20 juli 1956, Stbl. no 434 (Zandstraalbesluit), 1954-1956.