5 1517 Februari 3
Andries Koevoet, schout, gemachtigd, Heynrick van der Donck, Frederick van Meerloe en Dirck Mathenaer, schepenen van Vianen, oorkonden, dat Jut Willam Claesz. weduwe in tegenwoordigheid van Jacob Claesz., oom en voogd harer 4 onmondige kinderen: Pelgrim Claes, Willam Claesz. zonen, Willamgen en Aeltgen Willam Claes-zoonsdochteren, eene regeling maakt betreffende het onderhoud dier kinderen tot aan hunne mondigheid toe.
Int jair ons Heeren vijftienhondert ende seventien opten IIIen dach in Februario.
Oorspr. Inv. no. 1 . Met het zeer geschonden zegel van schepen Van Meerloe in groene was. De zegels der andere oorkonders zijn verloren.
15 1554 Februari 12
Reynoult heer van Brederode, vrijheer van Vyanen enz., committeert Willem Pelgrumsz. tot secretaris der stad Vyanen in de plaats van Georgen Ludolph en stelt regelen vast betreffends de uitoefening dier betrekking.
Gegeven in onsen voorsz. stadt Vyanen den twaeleffsten dach van Februario anno XVc vier ende vijftich, stilo curie Trajectensis.
"Oorspr. Inv. no. 2 . Met handteekening van den oorkonder; zijn grootzegel is verloren."
Op de rugzijde: verklaring omtrent eedsaflegging door Willem Pelgrumsz. d.d. 1554 Februari 12.
Cornelis van Zijll (zoon van Willem Pelgrumsz. van Zijll) is, evenals zijn vader, secretaris van Vianen geweest. Hij was gehuwd met Heyltgen (Heylwich) Joostendr. van Brederode. Hij overleed in November 1605 en zijne huisvrouw 17 Augustus 1619.
Hieronder de verklaring van Judith van Rysenborch, dat zij "tot vordering van thuwelick" tusschen Cornelis van Zijll en Heylwich van Brederode, haar nicht, hun gegeven heeft een rentebrief van 100 Carolusguldens.
Joost van Zijll, geboren in 1583, was een zoon van Cornelis van Zijll en Heyltgen Joostendochter van Brederode. Hij huwde, 5 Mei 1612, te Gorinchem met Elisabeth de Roy. Zijne huisvrouw stierf 9 Januari 1633. Hij huwde daarna, 8 Juni 1634, te Heikop met Johanna van Vierssen, weduwe van Samuel Luntius, burgemeester van Vianen. Joost van Zijll bekleedde in Vianen de ambten van secretaris, griffier van het leenhof en ontvanger der verpondingen. Aldaar is hij in 1637 overleden; blijkens eene acte van 29 Augustus 1637 in een register van opdrachten enz. (rechterlijk archief van Vianen, F. L. no. 10) zal dit overlijden waarschijnlijk op dien dag of kort daarvoor plaats gehad hebben.
De rekeningen zijn gedaan, gehoord en gesloten door J. van Zijll, F. van Zijll en A(?). van Zijll den 11den April 1630.
Gemerkt: "Annotitieboeck van Joost van Zijll." Met tafel. - Voorin bevinden zich aanteekeningen van Joost van Zijll omtrent geboorte, huwelijk en overlijden van leden zijner familie.
De "memorie" is gemerkt: "Catrijn van Sweten".
Onder de uitgaven is deze post: "Den secretaris voort dubbelleren ende appostelleren van dese reeckeninge 2 - 2 - ". In 1631 nu was Joost van Zijll secretaris van Vianen.
Hierbij stukken, gezonden aan den secretaris Van Zijll te Vianen.
Geschreven door Joost van Zijll.
Ter Bruggen is ook ontvanger der verponding en het zoutgeld geweest in de stad en het Land van Vianen evenals Joost van Zijll.
De brief maakt melding van Cornelis' broeder in Oost-Indië, den fiscaal Van Zijll, d. i. Jan von Zijll, fiscaal op Ternate; hieruit volgt, dat Cornelis als zoon van Joost van Zijll valt aan te wijzen.
Frans van Zijll was een zoon van Cornelis van Zijll en Heyltgen Joostendr. van Brederode en huwde met Cornelia van Everdingen, dochter van mr. Anthony van Everdingen, secretaris van Oudewater, en Maria van der Egge. Hij was sedert Februari 1625 drossaard en rentmeester der stad en baronie van Asperen
M. Beekman, Beschrijving van de stad en baronie Asperen. Utrecht 1745.
en is, in September 1647, vandaar metterwoon naar Hulst vertrokkenAanteekening in een register van schepenacten van Asperen op fol 92 vo. van Inv. no. 1378 van het Archief der gemeente Asperen, afgedrukt in Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven, 1922, I, Bijl. XI.
, omdat hij 31 Augustus 1646 door den Raad van State benoemd was als ontvanger der gemeene middelen van Hulst en Hulsterambacht. Hij is, om ouderdoms- en gezondheidsredenen, op eigen verzoek 17 Maart 1655 uit die betrekking ontslagen. In 1656 is hij waarschijnlijk overleden.Zie hiervoor: Beekman, Beschrijving enz.
Cornelia van Zijll is blijkbaar Cornelia van Everdingen, weduwe Frans van Zijll.
Zij was oud-tante van Heylwich Joostendr. van Brederode, huisvrouw van Cornelis van Zijll.
22 1564 Juni 29
Hendrick, heer van Brederode, vrijheer van Vianen enz., consenteert aan Judith en Bernt van Rysenborch Hendricksdochteren, dat een ieder van haar zal mogen disponeeren over de goederen, die zij van hem in leen houden, waar die ook gelegen zijn.
Gegeven int jaer ons Heeren XVc vier ende tsestich den naestlesten Junii.
Oorspr. Inv. no. 38 . Het zegel van den oorkonder verloren.
Johanna van Vierssen, weduwe Samuel Luntius huwde in 1634 met Joost van Zijll.
Cornelis van Rodenburch was een zoon van Aelbert Maertensz. van Rodenburch en Joosgen Cornelisdr., notaris en procureur te Vianen, en huwde met Annichgen van Zijll, dochter van Joost van Zijll en Elisabeth de Roy.
Met conditiën van den verkoop en aanteekeningen omtrent de opbrengst. In den boedel komen conterfeitsels voor van Luntius en Johanna van Vierssen, die o.a. gehuwd is geweest met Joost van Zijll. Koopers zijn o.a. de heer Rodenburch en zijne huisvrouw. Cornelis van Rodenburch te Vianen was gehuwd met Annichgen van Zijll, dochter van Joost van Zijll.
Frans van Zijll huwde met Cornelia van Everdingen, dochter van mr. Anthony van Everdingen, secretaris en burgemeester van Oudewater, en Maria van der Egge.
11 1549 Juni 14
Daniël van der Heyde en Cristiaen Dieriexz. oorkonden, dat Agniet van Everdingen, weduwe van Jaspar van Everdingen, ten huize van Barbara, weduwe Roeloff Wynen, de voorwaarden heeft gemaakt. waarop zij Christiaen Diericxz. als haar dienaar aangenomen heeft voor het ontvangen harer pachten, renten enz., in de heerlijkheid van Culemborch en van Everdingen.
Opten XIIIIen Junii anno XVc XLIX.
Oorspr. Inv. no. 46 . Op papier. Met handteekening van de oorkonders en van Agniet, weduwe Jaspar van Everdingen.
Cornelia Blom, gehuwd met Marten Gerritsz. de Jode, was eene zuster van Johannes Blom, predikant te Zalt-Bommel, echtgenoot van Annichgen van Zijll, dochter van Cornelis van Zijll en Heyltgen Joostendr. van Brederode.
6 1517 Juli 14
De Groote Raad te Mechelen wijst vonnis in de zaak tusschen Daniël van Zijl en Gheerlof Jacobsz., als appellanten van het Hof van Hollant ter eener zijde, en Jan Jorysz. van Namen ter anderer zijde.
Gedaen te Mechelen den XIIIIen dach in Julio int jaer duysentvijfhondert ende zeventhiene
Oorspr. Inv. no. 49 .
7 1517 November 26
"Het Hof van Hollandt wijst vonnis in de zaak tusschen Daniël van Zijl en Geerlof Jacobsz. in den naam van Celie van Zijl, zijne moeder, impetranten ter eener, en Jan Jorysz. van Namen, gedaagde ter anderer zijde, betreffende een geschil behandeld voor het gerecht van Oudewaeter over de nalatenschap van Dirck van Zijl, die, getrouwd te Oudewaeter met Katerine, als kinderen had gehad: Daniël voornoemd, twee andere zonen, des voornoemden Geerlofs moeder, en Hase, die overleden is, toen Dirck van Zijl nog leefde, achterlatende haar zoon, den gedaagde voornoemd; verklaart de impetranten door het vonnis van het gerecht van Oudewater niet bezwaard en veroordeelt hen in de kosten van deze rechtzaak."
Ghegeven in den Hage ondert tsegel van justicie, dat men noch ter tijdt gebruyct, hieran ghehangen, upter zes ende twintichsten dach in Novembri int jaer ons Heeren duysent vijfhondert ende zeventiene.
Oorspr. Inv. no. 50 . Het justitiezegel is verloren.
3 1513 Januari 7
Schepenen van Oudewater wijzen vonnis in de zaak tusschen Jan Jorisz. van Namen ter eener en Daniël van Zijl en Geerlof Jacopsz. als gemachtigde zijner moeder Celye Jacop Hugensz. weduwe, ter anderer zijde, betreffende hunne geschillen over de nalatenschap, bijzonder 6 morgen land, gelegen onder Linschoten, in gebruik bij Bouwen Jacopsz., van Dirck van Zijl en Kathrijn van Zijl, de overleden grootouders van moederszijde van Jan Jorisz. van Namen en Geerlof Jacobsz. en de ouders van Daniël van Zijl.
Op sevensten dach in Januario i(nt) jaer ons Heeren duysend vijfhondert (ende) derthienen.
Gewaarmerkt afschrift van een afschrift. 16de eeuw. Inv. no. 51 . Op papier.
Geschonden.
Geschonden.
18 1562 November 3
Philips, koning van Castillie enz., consenteert aan Caerle Cassiopijn en Anna van Gruenenwoude, wonende in de stad Utrecht, dat zij gezamenlijk of elk in het bijzonder mogen disponeeren over hunne roerende en onroerende goederen, die zij hebben of krijgen zullen.
Ghegeven in onser stadt van Bruessele den derden dach van November int jaer ons Heeren duysent vijfhondert tweentzestich van onsen rijcken te wetene van Spaengnen, Secille etc. t VIIe ende van Naples t IXte.
Oorspr. Inv. no. 52 . Het zegel van den oorkonder is verloren.
Gemerkt: "5".
13 1551 Juli 8
Lamoral, prins van Gavere, graaf van Egmont, heer van Baer enz., consenteert in den lijftocht van Haesgen Jan Baerntzoonsdochter met 2 morgen land, gelegen in het land van Haghesteyn voor in den Enghe aan de Breedtsteghe, door haar echtgenoot Egbert van Zweeten van Vyanen, die dat land in leen houdt.
Opten achsten Julii anno XVc een ende vijftich.
Oorspr. Inv. no. 74 . Met het leenzegel van den oorkonder in roode was.
19 1562 November 20
Raden van de Kamer van justitie te Vyanen oorkonden, dat Gerryt . . . ., kapelaan der Vrouwe van Brederode, gemachtigd heeft Joest van Ruemst ........., ......... Craenhals, baljuw en schout van Bergen in Kenmerlandt, en .........tsz, wonende te Alckmaer, om uit naam van Egbert van Zweeten, zijn vader, voor stadhouder en leenmannen van den graaf van Egmondt, het leen te verheffen . . . . . land, gelegen in het land van Hagesteyn voor in den. Enge aan de Breetsteege.
Gegeven tot Vyanen opten XXen November anno XVc twee ende tzestich.
Oorspr. Inv. no. 75 . Met zeer geschonden justitiezegel in roode was.
Het charter is ook zeer geschonden.
Erg geschonden.
27 1569 Augustus 31
"Deken .en kapittel der kerk van Oudemunster te Utrecht geven in erfpacht aan Johan Schetter en Theophilus van Lommen, priesters in de parochiekerk van Vianen, eene hoeve land, groot 17 morgen, gelegen ""op die Kuyle"" in de parochie van Gasperde alias Hagesteyn."
Gegeven int jaer ons Heeren opten dach voersz. (XVc negen ende tsestich opden lesten dach der maendt van Augusto.)
Oorspr. Inv. no. 76 . Met rest van het kerkzegel in groene was.
26 1568 Augustus 28
"Meus Gerritsz. en Harmen Franckensz., schepenen in de heerlijkheid Hagesteyn, oorkonden, dat Lauwerens Woutersz., timmerman, burger binnen Vyanen, bekend heeft schuldig te wezen aan Henrick Hendricksz., slager, en Adriana Heynrick slagers dochter, de som van 200 keizersgulden 19 stuivers 2 penningen Hollants wegens koop van land, gelegen op ""die Kuyl"" in het gerecht van Hagesteyn."
Gegeven int jaer ons Heeren XVc acht ende tsestich opten XXVIIIen Augusti.
Oorspr. Inv. no. 78 . Met de geschonden zegels der oorkonders in groene was.
8 1530 Januari 20
Cornelis van Bergen, heer van Noerdeloes enz., beleent Maryken, wijlen Heyndrick Joestenzoondochter, met de helft van eene halve hoeve land, gelegen in het land van Vyanen op Outena in Thyenhoeven, waarvoor Joest Heynricxzoon, haar broeder, den eed heeft gedaan.
Den twyntichsten Januarii anno XVc ende dertich.
Oorspr. Inv. no. 81 . Met zeer geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
Op de rugzijde: verklaring, dat Gerit Jacopsz. van Ross voor dit leen den eed heeft afgelegd. 1545 .........
14 1553 Juli 23
"Reynault, heer van Brederode, vrijheer van Vianen enz., beleent Hubert Jansz., met 6 morgen land, gelegen in Outhenae in eene halve hoeve, strekkende van den ""upstael"" van de Goudenessche wetering tot den achtersten kamp toe, hem aangekomen door overlijden van zijn vader Johan Ghoessensz.; waarna de 6 morgen door opdracht van Hubert Jansz. wederom beleend zijn aan Oth Pyeck, heer van Thienhoeven."
Gegeven int jaer onses Heeren XVc drie ende vijfftich upten drieendetwintichsten dach van Julio.
Oorspr. Inv. no. 82 . Met geschonden leenzegel in roode was.
Op de rugzijde: verklaring omtrent eedsaflegging door Oth Pieck d.d. 1569 Maart 19.
Gemerkt aan de achterzijde: "20".
Gemerkt: "7".
9 1532 Mei 15
Reynault, heer van Brederoede, van Vyanen enz., beleent Margarite Reyners Reyners bastaardzoons-dochter van Brederode, gehuwd met Jan die Grebber, met eene halve hoeve land, gelegen in Boeycoep, hanr aangekomen door overlijden van haar vader Reyner Reyners bastaardzoon van Brederode.
Gegeven int jair onses Heeren vijfthienhondert twe ende dertich upten vijfthiensten dach van Meye.
Oorspr. Inv. no. 94 . Met het zeer geschonden leenzegel van den oorkonder in roode was.
Zie ook Vianen.
Gemerkt: "23".
Gemerkt: "4".
Zie ook Bolgerij en Autena.
1 1430 Maart 30
Abryoen van Vyanen, bastaard, schout, Jan Sconouwen, Claes van der Wild Direxz. en Dirc die Gryemer Jacopsz., schepenen binnen Vianen, oorkonden, dat Ghye van Asperen, ridder, heer van Tulle, en Janne, zijne huisvrouw, beschikt hebben, dat de langstlevende van hen beiden hun huis en hofstede met alle toebehooren, gelegen in Vyanen aan de oostzijde der Vorderstrate, zoomede alle huisraad, kleinodiën en alle roerende en onroerende goederen, die zij nu hebben of krijgen zullen in het Land van Vyanen, hebben, houden en gebruiken zal.
Gegeven int jair ons Heren dusent vierhondert en dertich sDonredages na onser liever Vrouwen dacht annunciacio.
Oorspr. Inv. no. 107 . Met de geschonden of resten van zegels van Reynolt, heer van Brederode, en van de oorkonders in groene was.
10 1540 October 9
"Reynault van Brederoede, bastaard, schout, Gheryt Hisinck en Dirck Hermansz., schepenen van Vyanen, oorkonden, dat Hillichgen Gheryts Snoeyen weduwe bekend heeft ontvangen te hebben van Henrick Sweersz. van Sandtwijck 15 Carolusguldens, waarvoor zij beloofd heeft te ""bewaeren den onraet van waecken, byten ende""; poorte wachten van synen huse, daer hy nu ter tijt inne woent""; daarvoor stellende tot een onderpand haar hofstede, gelegen aan de oostzijde van Vyanen in een achterstraat."
In den jaere unses Heeren XVc ende viertich upten negenden dach van October.
Oorspr. Inv. no. 108 . De zegels van schout en schepenen zijn verloren.
21 1563 December 10
Thomaes van den Berch, schout, Frans Aertsz. van Everdingen, Lambert Ghijsbertsz. van Everdingen en Willem van Bloemendael, schepenen van Vyanen, oorkonden, dat Gherrydt Ghijsbertsz. Neck de Vlieger, griffier, als lasthebbende van den heer van Brederode, aan Willem Pelgrumsz., secretaris van Vianen, opgedragen heeft 6 morgen land met de landen buitendijks, daarbij behoorende, gelegen in den Cleynen Haghe onder het gerecht van Vianen, en eene halve hoove land, gelegen in Crayendael onder den ban van Laeckervelt, vermeld in den brief d.d. 1563 November 29, waardoor deze gestoken is. (Zie Beg. n°. 20.)
Gegeven int jaer ons Heeren duysent vijffhondert drye ende tzestich opten thienden dach December.
Oorspr. Inv. no. 109 . Met de geschonden schepenzegels in bruine was. Het zegel van den schout is verloren.
20 1563 November 29
Heyndrick, heer van Brederode, vrijheer van Vianen enz., oorkondt, dat hij aan Willem Pelgrumsz., secretaris der stad Vyanen, opgedragen heeft 6 morgen land met de landen buitendijks, daarbij behoorende, gelegen in den Cleynen Haghe onder het gerecht van Vianen, en eene halve hoeve land in den polder Crayendael onder den ban van Laeckervelt.
Geschiet int jaer ons Heeren XVc drye ende tzestich opten XXIXen dach van November.
Oorspr. Inv. no. 109 . Met het zeer geschonden zegel van den oorkonder in roode was.
Door dezen zijn gestoken de brieven d.d. 1563 December 10 (regest no.21) en 1564 Juli 21. (regest no.23).
23 1564 Juli 21
Philips, koning van Castille enz., confirmeert den verkoop van land door Heyndrick, heer van Brederode, aan Willem Pelgrumsz., vermeld in den brief d.d. 1563 November 29, waardoor deze gestoken is. (Zie Reg. n°. 20.)
Gegeven den XXIen Julii anno XVc vyerentsestich.
Oorspr. Inv. no. 109 . Met rest van het zegel van het leenhof van Holland in roode was.
Gemerkt aan de achterzijde: "17".
Geschonden.
Gemerkt aan de achterzijde: "33".
Gemerkt aan de achterzijde: "19".
Gemerkt aan de achterzijde: "2".
Zie ook Vianen.
4 1513 Maart 4
Walraven, heer van Brederode, van Vianen enz., consenteert, dat, indien Willam Claesz., de brouwer, overlijdt, twee perceelen, elk van 3 morgen land, gelegen in Helsdingen, die hij in leen houdt, alsdau komen zullen op zijn twee jongste zonen Pell en Claes, elk 3 morgen, en stelt reselen vast, op wien bij hun overlijden die leenen komen zullen.
Gegeven int jair ons Heeren vijftienhondert ende derthien opten IIIIen dach van Meerte.
Oorspr. Inv. no. 132 . Met resten van het zegel van den oorkonder in roode was.
16 1558 Augustus 17
Henrick, heer van Brederode, vrijheer van Vianen enz., beleent Willem Pelgrumsz. met de helft van 6 morgen land, gelegen te Helsdingen in Bloemendael, geheeten Schottencampen, hem aangekomen door overlijden zijns vaders Pelgrum Willemsz.
Gegeven int jair ons Heeren vijfthien hondert acht ende vijftich den seventhienden daeh Augusti.
Oorspr. Inv. no. 133 . Met rest van het zegel van den oorkonder in roode was.
Op de rugzijde: verklaring omtrent eedsaflegging door Willem Pelgrumsz. d.d. 1569 Februari 6.
17 1558 Augustus 17
Henrick, heer van Brederode, vrijheer van Vianen enz., beleent Willem Pelgrumsz. met de helft van 6 morgen land, gelegen to Helsdingen in Bloemendael, geheeten Schottencampen, welker wederhelft hij ook van hem in leen houdt, welk leen hem aangekomen is van zijn vader Pelgrum Willemsz.
Gegeven int jair ons Heeren vijfthien hondert acht ende vijftich den seventhyenden dach Augusti.
Oorspr. Inv. no. 134 . Met rest van het zegel van heer Henrick in roode was.
Op de rugzijde: verklaringen omtrent eedsaflegging door Willem Pelgrumsz. d.d. 1568 Februari 11 en 1577 September 12.
Geschonden. Vgl. het afschrift in Inv. no. 25, fol. XXXIX vo., van het archief van het leenhof van Vianen. (Verslagen omtrent 's Rijks oude archieven 1924, I, bijl. XV.).
Geschonden.
Geschonden.
2 1451 October 20
"Dirc Evertssoen verkoopt aan Wouter Daemssoen de helft van de kraan en den opslag van de kraan met al haar toebehooren, staande aan de Nywe vaart tusschen Wouter Daemssoens huis aan de eene zijde en de ""grote Spoyde"" aan de andere zijde, gelijk die Geryt Herboert, zijn overleden vrouws vader, toebehoord heeft, terwijl de wederhelft der kraan aan Peter en Jan Valkendael toebehoort."
Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende vijftich des Woensdages na Sinte Lucas' dach.
Oorspr. Inv. no. 149 . De zegels der oorkonders Dirc Evertssoen en Lubbert van Alendorp zijn verloren.
28 1572 Juli 21
"Dirck Pietersz., wonende in het Land van Vliet, bekent schuldig te zijn aan Cornelis Dircksz. Wagenaer de som van 47 Carolusgulden, wegens koop van een ""werf hennip"", gelegen in het Land van Vliet bij Arien Woutersz."
Actum desen XXIen dach Julii anno XVc twee ende tseventich.
Oorspr. Inv. no. 150 . Op papier. Met het merk van Dirck Pietersz. en de handteekening van Huych Claesz. van 't Veer, als getuige.
Geschonden.
Gemerkt aan de achterzijde in lateren tijd: "No. 3".
12 1549 November 9
Burgemeesters, schepenen en raad der stad Dordrecht certificeeren op verzoek van Reynoult, heer van Brederode, vrijheer van Vianen enz., dat het kraanrecht binnen hunne stad onverbrekelijk onderhouden wordt ten aanzien van alle Westersche of Rijnsche wijnen, molensteenen en andere koopmanschappen, waarvoor men de kraan behoeft te bezigen, en certificeeren mede, dat de principaalste kranen binnen Dordrecht toebehooren aan particuliere personen en niet aan de stad.
Upten IXsten Novembris anno XVc neghen ende veertich.
Oorspr. Inv. no. 162 . Met zeer geschonden stadszegel in groene was.
24 1565 Maart 3
"Ghijsbrecht van Achtevelt en Steven van Achteveld ter eener en Johan Taets van Amerongen de jonge met Caerle van Cassiopijn ter anderer zijde oorkonden, dat huwelijksvoorwaarden gemaakt zijn tusschen Andries van Achtevelt, broeder van voornoemde Gijsbrecht en Steven van Achtevelt en Agniete van Derthesen; waarbij bepaald wordt, dat Andries van Achtevelt zal aanbrengen het derde deel van de goederen, genaamd Jimminck, het derde deel van een goed genaamd Pelscamp, het derde deel van een goed genaamd Cleyn Jimminck of Jimmincksche slaege, gelijk die samen gelegen zijn in de graaflijkheid van Sutphen, in het kerspel van Vorderen in de buurtschap Lijnden, nog het achtste deel van 3 hofsteden, gelegen op de Veluwe te Barnevelt aan de noordzijde van de kerk; terwijl Agniete van Derthesen aanbrengt 13 morgen land, gelegen in de Neder-Betuwe, in het kerspel van Eck, genaamd de Meente, bij Willem Fieren in gebruik, een rentebrief van 300 guldens, sprekende op Daniël van Derthesen, haar oom, onder bepaling, dat bij haar vooroverlijden, zoo er geen kinderen zijn, de gemelde 13 morgen land komen zullen aan Sibilla van Cassiopijn, dochter van Anna van Groenewoud. Voorts stellen Steven van Achtevelt en Janneken van Benthem, weduwe Cornelis Gheritsz., zich borg, dat de goederen, door Andries van Achtevelt aangebracht, hem vrij toebehooren; en worden eindelijk nog eenige bepalingen in geval van overlijden gemaakt."
Gegeven int jaer ons Heehren duyssent vijffhondert vijff ende tzestich den derden Martii.
Oorspr. Inv. no. 163 . Met de zeer geschonden zegels in roode was van Agniet van Derthesen en Gijsbrecht van Achtevelt en de resten der zegels van Andries van Achtevelt, Steven van Achtevelt. Jan Taets van Amerongen den jongen en Carel Cassiopijn, benevens hunne onderteekeningen en die van Janneken van Benthem, weduwe Cornelis Gheritsz.
Hierin vermeld: Cassiopijn-Groenewoud.
25 1568 Augustus 1
Jan de Wael, wonende te Buremalsen, bekent in tegenwoordigheid van Jacob Jansz. de Wael schuldig te zijn aan Aert van Riebeck zeker bedrag wegens verschenen pacht.
Gegeven int jaer ons Heeren duyssent vijffhondert achtendetsestych den eersten dach Augustus.
"Oorspr. Inv. no. 164 . Op papier. Met het merk; van Jan de Wael en de handteekening van Jacob Jansz. de Wael."
Geschonden.
Geschonden.
Geschonden. De onderteekening outbreekt.
Zeer geschonden.
Geschonden.