Door werkzaamheden kunt u van 15 t/m 25 oktober geen kaarten en tekeningen bekijken op de studiezaal. Neem voor spoedgevallen en vragen contact op met info@nationaalarchief.nl
Genummerd 1-54.
Afkomstig van:
- Robert Dufour Mallet in Parijs;
- Herman Reael Greeve in Amsterdam;
- Ch.A. Allix in Londen, 1750.
Ontbreekt.
- de 'Eendracht', kapitein Alexander Guittye;
- de `Harmonie', kapitein Cornelis Muijn,;
- de `Jonge Pieter', schipper Gerrit Hendriksz. van Pelt;
- de `Jonge Jan', stuurman Ary Pieterse van der Windt;
- de `Sint Pieter', stuurman Pieter Couwenhove;
- de `Goede Vriendschap', commandeur Adriaan van der Ham;
- vier vishoekers uit Zeeland, diverse commandeurs;
- de `Gekroonde Os', schipper Andries Soetemanse;
- de `Amphitrite', kapitein William Maguire.
- `Juffrouw Margarieta', schipper Jacobus Sijbersen;
- `Maria Elizabeth', kapitein Thomas van Veen;
- `Alette Margarieta', kapitein Leijndert Smith;
- de `Jalousie', kapitein Lucas Roodewijl;
- `Evert Petronella', kapitein Albert Geenseens.
Ordinaris ambassadeur, 1750-1792
Te gebruiken als toegang op inv. nrs. 37-78.
Deze kopieresoluties bevinden zich in de collectie Staten-Generaal / SGD, toegang 1.01.52, inv.nrs. 999-1029.
Zie ook inv. nr. 141.
Afkomstig van:
-van J.G. graaf van Rechteren, extraordinaris envoyé in Spanje, 1775;
- van Jacob Ross, commissaris te Danzig, 1778, met bijlage;
- van comte Dayderi de St-Laurent, consul van de Republiek te Nice, 1781, met afschrift;
- van Fr. de Weiler, secretaris van de legatie in Frankrijk, [1753-1754];
- van J. Tor, secretaris van mr. G. Brantsen, extraordinaris ambassadeur van de Republiek in Frankrijk, 1783;
- aan W. van Haren, minister resident te Brussel, 1761.
Hertog De Praslin was tevens minister van Marine.
Betreft de admissie van Nederlandse (vice-)commissarissen van de Marine.
Zie ook inv. nr. 136.
Zie ook inv. nrs. 135, 138, 139.
- aan de zegelbewaarder, 1750;
- van en aan Beringhen, eerste stalmeester van de koning, 1751;
- van en aan Moreau, procureur van de koning, 1767;
- van en aan D'Eurangard, intendant van Bordeaux, 1772;
- van en aan de aartsbisschop van Parijs, 1773;
- van en aan de president en sindici van de Kamer van Koophandel van Picardië te Amiens, 1778;
- aan De Ségur, exc., 1783, luitenant-generaal van politie, [1782];
- van Philippe O'Reilly te Parijs, 1784;
- van Dudon fils, procureur-generaal bij het parlement van Bordeaux, 1784, met bijlage;
- van Lebrun, president van het dagelijks bestuur van het departement Seine et Oise, te Parijs, 1792.
- aan Von Marschal, zaakgelastigde van de keizer, 1750, en aan Florimond Claude graaf van Mercy d'Arguiteau, ambassadeur van de keizer te Parijs, 1775;
- van graaf Van Albemarle en de St-Paul, ministers van Engeland in Frankrijk, 1751, 1776, 1780;
- van De Blome, extraordinaris envoyé van Denemarken, 1770, van François Jourdain, vice-consul van Denemarken te Brest, 1751-1772, en van Rauun, koopman en vice-consul van Denemarken te Morlaix, 1771;
- van en aan baron De Wreech, minister van de landgraaf van Hessen-Kassel te Parijs, 1772;
- van en aan Aug. de Sorba, minister van de Republiek Genua te Parijs, 1754-1760;
- aan Ali Effendi, envoyé van Tripoli te Toulon, 1752.
- aan generaal Creutznach, 1756;
- van Frans Goudappel, kapitein in Duinkerken, 1756;
- van A. Johnson, adviseur en solliciteur militair te Den Haag, 1757-1758, met bijlagen;
- van W. Mercer de Aldie, kapitein van het regiment Marjoribanks te Doornik, 1770;
- van en aan T. de Pepin du Cayla, kolonel te Stevensweert, 1775.
- aan Maréchal de Richelieu, Frans veldheer, 1757-1761;
- van Hallot, kapitein in het regiment van De la Fère te Givet, 1769;
- van en aan graaf De Rocheneuse, kapitein van de artillerie te l'Argentiere bij Aubenas, 1774;
- van baron De Ceralthy de Foury, luitenant-kolonel van de dragonders te Parijs, 1774;
- van chevalier D'Estrées, luitenant-kolonel gentilhomme de monsieur le Duc te Orleans, 1776.
- van Lichigaray en Holsch, 1771.
- van Philippus Cor Naat, 1754;
- van en aan C. van Schellebeek en andere kooplieden, 1756-1766;
- van Lamothe jr., 1763;
- Folckert Both en andere kooplieden, 1756, 1759, 1765, 1766, met bijlagen;
- van de weduwe van Jacob Decourt, 1759,1762;
- van Lussignet, 1761;
- van Bethman, Heinicken en Overmazen, kooplieden, 1771;
- van en aan Babut Dumarez, 1771;
- van en aan de gebroeders Lubbert, handelaren, 1772;
- van en aan Trappe Boullé & Cie. en Lussignet, 1778.
- van en aan Fredrik Bleeker, schipper op het schip `Vrouw Dorothea', 1777.
- van N. le Cavelier, tolk, en anderen, 1762.
- van en aan de weduwe Gaspard Mollier & Zn., 1767.
- van Pieter Arends, Pieter Feykes de Jong, Jan Leendertsz. Dekker en Siverd S. van der Hout, kapiteins, 1773, met bijlagen.
- van Pottin, 1775.
- van De Chantereyne, koopman, 1770.
- van David Gregorie, 1754, met bijlage;
- van William Maclagan, 1777.
- van Durival, 1771.
- van de gebroeders Bérard, 1770-1771;
- van Hannes Lint, commandeur van het schip `St-Pierre', 1774, met bijlage;
- van en aan Bounon en Rigoult, 1779, met bijlagen.
- van de weduwe Schellebeek & Zn., 1758-1768.
- van en aan D. Chauvez, 1750.
- van Louis, prins van Salm-Salm, 1772.
- van de weduwe Pierre de Veer en Fraissinet, 1760;
- van Laurensey, 1768;
- van en aan De Veer Bugnot & Cie., 1770-1774;
- van Justus van der Meulen, 1777.
- van Ollivier, advocaat, 1755.
- van en aan H.M. Snoek, 1774;
- van Asselin jr., N. Mercier & Zn., Charles de Tollenare, gebr. Struijkman, z.d.
- van Lemoine Moubrun de Jaune, 1778.
- aan Nicolas Sixte, chevalier van Sainctot, 1750;
- van Pallippe, 1753-1755;
- van De Bernage, 1755, met bijlage;
- van Willem van de Sande, 1758, met bijlage;
- van De Sourbeille, 1762;
- van Vienne Viciville, 1765;
- van De Proninville, 1771;
- van de hertog Durée, 1772, met bijlage;
- van Levacher, 1772;
- van Sommeillier, 1773;
- van J. Duvoisin, kapelaan, 1774;
- van de president De Fabrisse, 1775, met bijlage;
- van Carrère, professor in de medicijnen en koninklijk censor, 1775;
- van Gigault de Crisenoy, 1775;
- van Guiot, regulier kanunnik in de koninklijke abdij van St-Victor, 1777;
- van D'Arget, 1777;
- van J.S. Herser in le Petit Chatelet (gevangenis), 1778;
- van de gebroeders Gerbet, 1778;
- van en aan A.T. Renaux, 1778;
- van en aan De St-Foye, advocaat, 1779;
- van de Périgord, 1779, met bijlage;
- van Pâiotte, avocat aux conseils, 1780.
- van Andries van der Ent cum suis, 1760.
- van Theodore van der Luijt, 1750;
- van de gebroeders La Chemerheude en De Lessare, kooplieden, 1755;
- van Pieter Jacobs, schipper, 1756;
- van en aan Nicolas du Puy, algemeen correspondent van de Republiek op de kusten van Poitou, 1773.
- van en aan M.A. Hasselaer, 1771.
- van F. Caruel, 1762, met bijlage.
- van De Vieussens, 1774.
- van en aan Marie Janne Pichenot, 1773.
- van de VOC, kamer Amsterdam, 1750;
- aan Theodoor van Marselis, koopman, bankier en raad van Amsterdam, 1754;
- van Vernède & Comp., 1759, met bijlagen;
- van George Clifford & Zn., 1761, met bijlage;
- van Abraham Fabricius & Zn., H. Heidegger en anderen, tevens te Cleve, 1763;
- van Augustinus van Son, 1764;
- van P. Rendorp, tevens te 's-Gravenhage, 1769;
- van Jh. Gaussen, 1770;
- van Josias Belesaigne, 1774.
- van A.A. van Tets, 1773;
- van der Mey, advocaat, 1777.
- van W.A. Lestevenon, 1771;
- van en aan Gazettiers, tevens te Utrecht, 1772;
- van Bourdet, 1775;
- van C. Bentinck, 1775;
- van Abraham van Hoogwerff, 1776.
- van Friedrich Anton, baron van Dieschkau, 1768.
- van Jan Santvoort, 1760, met bijlagen;
- van Jacques Corsard, 1761;
- van Franco en Adriaan Dubbeldemuts, 1771-1779;
- van François Blondel & Zn., 1775;
- van Hendrik Barents, schipper, z.d.
- van W.B. Lambrechtsen, 1758.
- van Jean Isaac du Moulin, 1766.
- aan Arnoldus Hendrik Nijssen, 1768.
- van de gravin De Laval, geboren Nordingh de Witt, namens de stad Darvaux, 1771.
- van Antoine Sauvin, 1771.
- van Is. Collard, 1777.
Ontbreekt.