Op de avond van 5 april 1722, eerste paasdag, krijgt het schip de Afrikaanse galei een eiland in zicht. Commandeur Jacob Roggeveen noemt het Paaseiland. De eerste ontmoeting op het eiland loopt voor sommige bewoners fataal af.
Op zoek naar het Zuidland
Jacob Roggeveen (1659-1729) biedt zich in 1720 aan bij de West-Indische Compagnie (WIC) om een reis te ondernemen naar het dan nog onbekende Zuidland, een continent op de Zuidpool. De WIC is na uitgebreid overleg overtuigd van ’sijnen eerlijkheijt, bekwaamheijt en goede kennisse’. In de hoop dat Roggeveen ‘enige voordelige landen en plaatsen weet te ontdekken die nog niet door Europiaanse natien werdende bewoont’ neemt de WIC hem aan als ‘opperhooft en chef van dese voyagie’. De WIC stelt Roggeveen drie schepen ter beschikking: De Arend, de Tienhoven en de Afrikaanse galei. Als de reis succesvol is en de WIC grote voordelen oplevert, wordt hem gedurende tien jaren een tiende deel van de winst in het vooruitzicht gesteld.
De lange reis
In juli 1721 vertrekt commandeur Jacob Roggeveen vanaf Texel met zijn konvooi. De drie schepen hebben een bemanning van in totaal 224 zeelieden, officieren en soldaten. Via de Canarische eilanden steken ze de Atlantische Oceaan over. In januari 1722 ronden ze Kaap Hoorn en varen ze de Grote Oceaan op. Wekenlang zijn ze op zoek naar het onbekende Zuidland. Verveling, scheurbuik en doelloosheid krijgen de overhand. Tot 5 april, eerste paasdag.
Paasch Eyland
In het scheepsjournaal van de Tienhoven staat op 5 april 1722 genoteerd dat de Afrikaanse galei ‘een laeg en vlak Eyland’ had gezien. Roggeveen noemt ‘het land ’t Paasch Eyland omdat het van ons op Paaschdag ontdekt en gevonden is. Onder ’t volk was groote blijdschap, alsoo een ygelijk hoopte dat dit laage land de voorbode was van de streckende cust van ’t onbekende Zuydland’.
De zeelieden zien rook, het eiland moet dus wel bewoond zijn. Er wordt besloten twee sloepen met bewapende mannen naar het eiland te sturen om het te gaan bekijken. Omdat het weer te slecht is, lukt dit niet meteen. Een bewoner van het eiland is hen zelfs te snel af.
Bezoek aan boord
Dinsdag 7 april zien de zeelieden een klein bootje op hen afkomen waar een oudere, naakte man in zit die ‘geweldigh schreeuwde’. Kapitein Bouman brengt hem ‘met veel tegencrabbelinge’ aan boord van de Arend. De man is blij en verwonderd over wat hij allemaal ziet. Ze sturen hem met twee blauwe kralensnoeren, een spiegeltje, schaartje en nog wat kleinigheden weer terug naar het eiland.
Schietpartij
Op 10 april gaat een groep matrozen en soldaten aan land. Ze verbazen zich over de grote beelden die ze zien. De eerste ontmoeting met de eilandbewoners verloopt gemoedelijk, maar dan wordt er plotseling geschoten. Er vallen zeker 10 doden en een aantal gewonden onder de inwoners van Paaseiland. Ook de nieuwsgierige man die zelf naar de schepen voer, is een van de slachtoffers. De kapitein is woedend dat er geschoten is en vraagt wie dit bevel had gegeven. De eerste stuurman van de Tienhoven beweert dat een inwoner de loop van zijn geweer had vastgepakt en dat Paaseilanders met stenen dreigden te gooien. Maar dat het schieten begon zonder dat hij opdracht had gegeven. Niemand gelooft zijn verklaring, maar Roggeveen wil er verder geen tijd aan besteden.
De terugweg
Na de verkenning van het eiland vertrekken de drie schepen op 12 april. Het Zuidland wordt niet gevonden. De Afrikaanse galei lijdt onderweg schipbreuk en is verloren. Door de hoeveelheid scheurbuiklijders en het gebrek aan vers voedsel, kiest Roggeveen ervoor om naar Indië te gaan. Daar krijgen ze geen hartelijke ontvangst: De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) duldt alleen eigen schepen in haar gebied. De Arend en de Tienhoven worden in beslag genomen. De ladingen worden verbeurd verklaard en met winst verkocht. De bemanning (waarvan de helft deze reis maar overleeft) vertrekt eind 1722 met een retourvloot naar Nederland.
In juli 1723 brengt Roggeveen verslag uit aan de WIC, die niet gelukkig is met het verloop van de reis. Er volgt een juridisch gevecht tussen de WIC en VOC. De WIC krijgt uiteindelijk een schadevergoeding van 120.000 gulden. De zoektocht naar het Zuidland is mislukt. Maar de ‘ontdekking’ van Paaseiland of Rapa Nui zoals het ook heet, is voorgoed verbonden aan Jacob Roggeveen.
De IJsberg zichtbaar maken
De automatische getranscribeerde stukken van de WIC- en VOC-archieven leveren veel informatie op over de voorbereiding en afwikkeling van Roggeveens expeditie. Met hulp van de zoekmachine van Gerhard de Kok zijn de getranscribeerde archiefstukken snel te doorzoeken. Op 17 mei presenteert het Nationaal Archief tijdens een online symposium het eindresultaat van het project over automatische handschriftherkenning De IJsberg zichtbaar maken: een website waarop meer dan 2 miljoen scans van handgeschreven archiefstukken eenvoudig zijn te bekijken en te doorzoeken.
Nationaal Archief
1.05.01.02 Archief Tweede West-Indische Compagnie, inv.nrs. 5 en 6.
1.04.02 Archief Verenigde Oost-Indische Compagnie, inv.nr. 7804.
Literatuur
Jacob Roggeveen, Dagverhaal der ontdekkingsreis van Mr. Jacob Roggeveen met de schepen den Arend, Thienhoven en de Afrikaansche Galei in de jaren 1721 en 1722 (Middelburg 1838)
F.E. baron Mulert (ed.) De reis van Mr. Jacob Roggeveen ter ontdekking van het Zuidland 1721-1722 (Middelburg 1911)
Roelof van Gelder, Naar het aards paradijs; het rusteloze leven van Jacob Roggeveen, ontdekker van Paaseiland (1659-1729) (Amsterdam 2012)