Samuel Blommaert

1628

In het Nationaal Archief bevindt zich een brief van Isaac de Rasière aan Samuel Blommaert. Een brief bomvol informatie, kun je wel zeggen.

Patroonschap Swanendael van Godijn en De Vries (detail), ca. 1630

Brief van Isaac de Rasière aan Samuel Blommaert, foto: Nationaal Archief

De in Antwerpen geboren Blommaert was van 1622 tot 1629 en van 1636 tot 1645 directeur van de WIC. Waarschijnlijk heeft Blommaert, die van plan was een patroonschap te stichten in Nieuw-Nederland, aan De Rasière gevraagd om hem zoveel mogelijk informatie over de kolonie te sturen. Als hij wist welke stukken land vruchtbaar waren en in welke gebieden de veiligheid gegarandeerd was, kon hij zich vanuit de Republiek goed voorbereiden op zijn nieuwe onderneming. Mogelijk wist hij dankzij De Rasières aanwijzingen precies welk gedeelte hij zou kiezen om te kopen. Handige voorkennis.

Uiteindelijk stichtte Blommaert twee patroonschappen, beide aan de Verse Rivier, tegenwoordig beter bekend als de Connecticut River. Patroonschappen waren een soort minikolonies binnen de kolonie. Rijke kooplieden konden vanuit Nederland de zeggenschap krijgen over een stuk grond waar ze vervolgens een eigen nederzetting lieten stichten. Die ondernemers waren zelf meestal nooit in Amerika geweest en ze waren ook lang niet altijd van plan er heen te gaan. Behalve Samuel Blommaert meldden zich nog drie andere ‘patronen’ aan: Kiliaen van Rensselaer, Samuel Godijn en Albert Coenraetsz. Burgh. Al snel besloten zij samen te gaan werken zodat zij de risico’s konden spreiden. Er werden duidelijk afspraken gemaakt over de opbrengst. Iedere deelnemer behield 2/5 aan aandelen van zijn eigen patroonschap en daarnaast ontving hij 1/5 van de andere drie patroonschappen. De samenwerking slaagde niet. De patroonschappen van Burgh en Blommaert zouden al snel stranden.